Translate

maandag 30 juni 2014

Herinneringen

Er zijn kleine tafels en stoelen, parasols.
Maar ik heb voor de bank gekozen, die de mensen van de club gemaakt hebben.
Lekker in het zonnetje.
Ruw. Stevig. Onbeschermd.
Dichtbij het hek.

Ik voel de wind, ruik dat het gras pas gemaaid is, kijk naar de vogels die hier thuis zijn.
Een zacht brommend geluid nadert.
Vroeger was er een eenvoudige regel: op het gras mag je spelen, op het asfalt mag je niet komen.
Hier schijnt het net andersom. Maar er zijn ook geen kinderen vandaag.

Toen was het anders.
"Ga je mee?"
Meer moet Pa niet vragen. Hij weet het antwoord natuurlijk al lang. 
Ik heb mijn schoenen al aan.
Er is geen mooier plek waar ik zou willen zijn. 
Niet in ons mooi splinternieuw huis, niet in mijn eigen prinsessenkamer met de vele boeken, niet in de speelkamer, niet in de grote tuin met de eigen schommel.

 'S liefst ben ik waar das strookje gras is, waar ik mag spelen.
Waar al die grote mensen lopen, die allemaal een beetje raar zijn.
Soms ook knettergek.
Waar ik een eigen, nieuwe naam heb gekregen, waaronder iedereen me kent en aanspreekt.
Deze naam heb ik alleen daar,
waar een geur van olie en benzine in de lucht ligt, en steeds weer het geluid van de startende en landende vliegtuigen.

Pa heeft ook een vliegtuig. Samen met zijn vrienden, E.-A., de advocaat, en Paule, de tandarts. E.-A. is eigenlijk zweefvlieger.
Maar hij doet voor de gezelligheid mee.
Bij gebrek aan een echte oom, mag ik "oom" tegen hem zeggen.
Hij is altijd gezellig en klaar voor een grapje.
Ik kan nooit wachten dat Pa het vliegtuig uit de hangar gaat halen.
Net als Nico, onze "vliegende hond", trouwens.

Een keer mag ik mee met oom E.-A.
Het zweefvliegtuig is klein, licht, kwetsbaar. Hoe zou het zijn om er in te vliegen?
Een “echt” vliegtuigje sleept ons de lucht in.
“Ben je bang?” Geen sprake van.
Een kort gesprek via de radio.
Dan een klik van metaal, en het vliegtuig voor ons is verdwenen.
De wereld valt stil.
Er is nog maar een geluid.
Heel zacht, bijna strelend, hoor je de thermiek om je heen.
Het is een ongekende stilte, die ik hoor. En ik word er ook stil van, en ook heel blij.





“Liebe Oma, lieber Opa”
Zo begint het korte berichtje, dat mijn Pa op 2 mei 1968 op een ansichtkaart van een vliegtuig naar mijn grootouders stuurde.
“Dit vliegtuig ben ik vandaag gevlogen”
We zijn net geland.

Pa had de tas met de papieren en met de kaart aan mij gegeven. En we vlogen alleen, dus ik mocht naast hem op de passagiersstoel gaan zitten.
Wat was de wereld toch klein onder ons. Huizen als lego-blokjes. Wegen met minuscule autootjes. Rivieren, meertjes. De verschillende kleuren van de weilanden en velden.
“Pa, kijk, dat is dit dorpje daar onder ons! En zo heet deze rivier! We zijn nu hier!”
Ik was vijf jaar oud, en zo te zien kon ik niet alleen lezen, maar zelfs de kaart lezen!

“Leg de tas maar aan de kant. En dan pak je de knuppel voorzichtig vast, en voel je wat 'ie doet.”
Hoe simpel kan het zijn?
Het vliegtuig doet precies wat Pa doet!
Links, rechts, op, neer....
“En nu jij!”
Pa laat de knuppel los, handen helemaal omhoog!
“Vasthouden! En voorzichtig naar links... zie je hoe het gaat? En nu weer recht vooruit. Ga weer een beetje opstijgen....naar je toe! Goed zo!”

IK KAN VLIEGEN!

Natuurlijk is dat “streng verboden”.
Maar dit moment had eeuwig mogen duren.
Als we terugkeren naar het vliegveld mag ik ons terugmelden.
“Delta-Echo ….. vraagt toestemming om te landen.”

Die sterretjes zijn nooit uit mijn ogen verdwenen.

Naast me start een vliegtuig. De propeller laat het gemaaide gras en het stof opwaaien.

"Ga je mee?"





2 opmerkingen:

  1. Hallo Jo , der Text ist bestimm sehr schön , doch leider kann ich ihn nicht verstehen . Ich werde ihn ausdrucken und vielleicht beim nächsten Treffen mir Dir durchgehen . Liebe Grüße Martina

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Oben links gibt es einen "Übersetzer", vielleicht kann der schon ein bißchen helfen.

      Verwijderen